2.17 Silicaten deel 1

Afb. 1: Het bruine stauroliet is een nesosilicaat, dat vaak voorkomt in de vorm van een soort Andreas-kruis (stauros is Grieks voor ‘kruis’). Afkomstig uit Rusland.

Afb. 2: Prehniet is een fyllosilicaat. Bovenstaande, uit Namibië afkomstige, bijzondere  (botryoïdale) vorm komt niet vaak voor.

In 2.02 werd al beschreven, dat het SiO2-molecuul bij normale temperatuur en druk niet bestaat en dat er in de praktijk SiO4-ionen ontstaan, die aan elkaar verbonden zijn, zodanig, dat elk zuurstof-ion verbonden is met 2 silicium-ionen. Op die manier worden ook ketens gevormd en die komen we tegen bij silicaat-mineralen.

Van de aardkorst bestaat maar liefst 95% uit silicaat-mineralen. Naast kwarts (door Nickel-Strunz niet ingedeeld bij de silicaten, maar bij de oxides) zijn er de volgende subgroepen:

  • Nesosilicaten zijn geïsoleerde SiO4-tetraëders (nesos is Grieks voor eiland);
  • Sorosilicaten bestaan uit dubbele tetraëders (Si2O7);
  • Bij fyllosilicaten (het Griekse phyllon betekent ‘blad’) zijn de tetraëders in een plat vlak gerangschikt, waardoor er een laagjesstructuur ontstaat;
  • Zoals we in 2.03 al zagen zijn de tetraëders bij de tectosilicaten (waar de zeolieten onder vallen) juist 3-dimensionaal gerangschikt;
  • Inosilicaten hebben enkele of dubbele ketens;
  • Cyclosilicaten tenslotte hebben een ringvorm.

Afb. 3: Weergave van een dubbele tetraëder. (Bron: Wikipedia)

Afb. 4 (links): Paarse sugiliet, een cyclosilicaat, met grijsblauwe richteriet, een inosilicaat.

 


Cyclo-silicaten

Eén groep van deze uitgebreide klasse van mineralen vormen de cyclosilicaten. Zoals de naam al aangeeft vormen de silicium-ionen hierbij een ring. Deze kan bestaan uit 3, 4, 6 of 8 silica-tetraëders.

 

Beril

In 2.06 kwamen we al een aantal exemplaren uit de beril-groep, een subgroep van de cyclosilicaten, tegen: aquamarijn (doorschijnend blauw tot blauw-groen), smaragd (opaak en groen) en morganiet (roze).

Afb. 5: Aquamarijn-kristallen op een matrix van muscoviet uit Pakistan.

 

Toermalijn

is een ander bekend cyclosilicaat. Net als beril is toermalijn een groepsnaam. Zwarte toermalijn wordt 'schorl' genoemd.

Afb. 6: Zwarte schorl op matrix.

Afb. 7: Een flink stuk schorl in een prachtige standaard van oud hout.

Toermalijn bestaat uit een Si6O18-ring en 3 boraatgroepen (BO3). Daarnaast zijn er 10 kat-ionen en 4 O-, OH- en/of F-ionen, die de kleur bepalen. Hieruit blijkt dat het een erg ingewikkelde chemische structuur heeft.

De hardheid van is 7-7½ en dat maakt het zeer geschikt om te slijpen en als sieraad te dragen.

Afb. 8 (boven) en 9 (onder): Zwarte schorl met waarschijnlijk veldspaat.


Een andere veelvoorkomende toermalijnsoort is de roze-rode rubelliet.

Afb. 10: Jumbo met rubelliet.

Afb. 11: Stukjes rubelliet op matrix.

 

Opvallend zijn de vaak lange rechte kristallen van de verschillende toermalijnsoorten, die er uit zien als snoepgoed. Zie b.v. het plaatje rechts.


Rubelliet (afgeleid van het Latijnse rubella dat roodachtig betekent) werd vroeger vaak als talisman door kunstenaars gedragen, omdat het de scheppingskracht zou vergroten. (Bron: Wikipedia)


Afb. 12: Een rubelliet-kristal op matrix.


Lastig is, dat de handel toermalijnen vooral onderscheidt op basis van kleur. Mindat.org doet dat op basis van chemische samenstelling. Gevolg is dat een steen vaak 2 namen heeft.

Afb. 13: Groene verdeliet (verde = 'groen') op matrix uit Brazilië. Bij groene toermalijn gaat het meestal om elbaiet.

Afb. 15: 'Regenboog'-toermalijn op matrix uit Brazilië. Niet heel groot, wel mooi.

 

Zeer gezocht is zgn. watermeloen-toermalijn. Deze heeft gewoonlijk een ronde of driehoekige vorm, een groene rand en een rode binnenkant. Helaas hebben we nog geen exemplaar op de kop kunnen tikken.

 

 

Afb. 14 (links): Rubelliet en schorl in een bol van kwarts (?)

Afb. 16: Deze liddicoatiet (een lithium-houdende toermalijn) zou op basis van de kleur draviet (donkerrood tot bruin) kunnen heten.


Afb. 17: Rode eudialyt in matrix.

 

Eudialyt

kan verschillende kleuren hebben, meestal oranje, rood of bruin. De getoonde exemplaren hebben een mooie rode kleur.

Een bestanddeel van eudialyt is zirkonium. Dit is een goudkleurig element (Zr) met atoomnummer 40.

Let op: zirkonia is een imitatiediamant, gemaakt van synthetische, kristallijne zirkoniumoxide (Zr4+O2).

 

Afb. 18 (rechts): Bolletje cordieriet.

Cordieriet

is een ander cyclosilicaat. 

Afb. 19: Cordieriet-jumbo.

 

De officiële IMA-formule van cordieriet is Mg2Al4Si5O18, maar extra’s zijn mogelijk, zoals kristalwater en (opvallend!) CO2.

De naam ioliet wordt gegeven aan helder blauwe cordieriet, die geschikt is als juweel.


Sugiliet

heeft een prachtige paarse kleur, die hier niet wordt veroorzaakt door kobalt, maar door een combinatie van mangaan, lithium, ijzer en nog een paar metalen.

Afb. 20 (boven) en 21 (onder): Paarse sugiliet op matrix.

Chrysocolla

is een gehydrateerd koper-aluminium silicaat. Omdat er koper in het spel is, heeft het een mooie kleur, in dit geval lichtgroen tot blauw-groen.

Afb. 22: Prachtige bol van chrysocolla uit Peru.

Afb. 23: Chrysocolla.

Afb. 24: Chrysocolla (licht-groen) met malachiet (donkergroen) op matrix.